POP

Lucrecia Dalt
A danger to ourselves
Toen Lucrecia Dalt haar job als burgerlijk ingenieur in Colombia achterliet voor een muziekcarrière, was dat een gok. Ze nam haar tijd. In 2022 was Ay! een eerste proeve van meesterschap, een futuristische symbiose van latin pop, klassieke muziek en elektronica. A danger to ourselves is intimistischer én filmischer, zowel in inspiratie als in uitwerking, maar Dalt schuwt dit keer ook de expliciete popinvloeden niet: Mexicaans in ‘Caes’ en ‘Amorcita caraduro’, soulvol in ‘Divina’ en Billie Eilish-achtig in ‘Hasta el final’. De vaak hoekige elektronische ritmepatronen, in combinatie met zoemtonen en vaak een gesproken stem, doen ook denken aan Laurie Anderson en aan David Sylvian, die de plaat produceerde. Hun relatie werd persoonlijk en ook dat zit in de plaat: “Ze zei dat ze van me hield/ maar ik vertrouw haar nog niet”, aldus Sylvian in ‘Cosa rara’. En verder waren ook meerdere films (Lynch, Carax etc.) een inspiratie voor dit wonderlijk etherische landschap, en voegen gasten als Juana Molina en Camille Mandoki rijke boventonen toe. Een groeiplaat die jaren meekan. (vpb)
Lucrecia Dalt brengt latinomuziek van een andere planeet
Lucrecia Dalt
Botanique, gezien op 27/4
Opkomen is alles. Dansend in rood licht reciteerde Lucrecia Dalt vreemde, transformerende gedachten: ‘Ik zal jouw verhaal doen ontwaken/ En je vervlakte landschap veranderen’. Stil en in het Spaans, terwijl rondom haar elektronische muziek als uit de kosmos kwam. Je zat er vol verwachting naar te kijken.
Ze is een elektronica-artieste uit Colombia, die in Berlijn woont en al zes platen maakte. Het laatste, Ay!, was een van de beste albums van 2022: een songcyclus over een buitenaards wezen (Preto) dat de Aarde bezoekt en de menselijke conditie wil begrijpen. Maar tegelijk een boeiende hybride die Latijnse muziekstijlen als salsa, bolero en merengue naar de 21ste eeuw haalt.
Wellicht zullen niet veel mensen in de Rotonde begrepen hebben dat ‘Dicen’ de reacties van enkele dorpsbewoners weergaf (‘ze likt alles op, zie hoe ze danst’) en hoe Preto in ‘Contenido’ een huid oppakt en mijmert over ‘een koel en ingehouden leven’. Het personage is een bewustzijn dat niet in een lijf ingesloten zit, en vanuit die insteek wordt Ay! een reflectie op de beperkingen van de menselijke waarneming.
Wat het publiek wel waarnam en toejuichte, was de sensuele interactie tussen Dalt en haar Spaanse, charismatische percussionist Alex Lazaro. Zij stuurde machtige soundscapes uit, zong in verschillende stemmen, en improviseerde bovenop loops. Hij sloeg, streelde, kietelde zijn percussie met sticks, vlakke hand en voeten. Een kwart van zijn slagwerk hing boven zijn hoofd: het was een geweldig zicht om hem met zijn héle lijf bezig te zien.
Lucrecia Dalt in de Botanique. © Koen Bauters
Zwoele bossa
Het concert van bijna 90 minuten vloog voorbij, omdat Dalt en Lazaro het bekende en het experimentele zo goed in evenwicht hielden dat je constant mee was, en tegelijk verdwaalde. In ‘Enviada’ mijmerde ze over vergankelijkheid van tijd, liefde, muziek, terwijl de merenguestijl die de basis vormde, vertraagd en gemutileerd werd. Zo drukte Dalt in haar muziek meteen ook haar verhaal uit.
Mooi ook hoe oude muziekstijlen die al decennialang mensen verbinden – zoals Dalt zelf in haar jeugd in Pereira – nu zo’n moderne variant krijgen. De elegante latinoritmen van Lazaro paarden mooi met de dromerige stem van Dalt, maar haar elektronische tussenkomsten voegden loodzware bassen en ongrijpbare technoeffecten toe.
Het dromerige ‘No tiempo’ (‘het ruikt hier vreemd naar ozon’) bracht ons in een bossasfeer, alweer vertrouwd en creepy tegelijk, en afsluiten deed het duo met ‘Atemporal’, een van de songs die Dalt de terechte vergelijking oplevert met het latere werk van Tom Waits. Een buiging, en daarna waren ze weer weg, verder on the road met hun visionaire kijk op tijd, mens en muziek. Dit was een concert dat in zijn symbolische kleinheid meer betekende dan zovele megashows.